Biologie

Deze week hebben we in Biologie plantjes geplant. Het zien plantjes die heel snel groeien, en dus 26 dagen na planten al weer zaadjes hebben voor nieuwe planten. We kregen een kubus uit piepschuim, waar 4 cellen in zaten om grond in te stoppen. We moesten elke cel half vol met grond vullen, en er dan wat mest bij stoppen. De mest leek op gele plastic balletjes, en we moesten een variërende hoeveelheid in elke cel stoppen. A kreeg geen mest, B kreeg er 2, C kreeg er 4, en D kreeg er 8. Over de meest vulde we weer een beetje grond, en daar in gingen de zaadjes. De plantjes kwamen al na de eerste dag uit, en na de 2^de dag waren alle plantjes boven de grond uit. Er moest maar een plant per cel zijn, dus moesten we de anderen er uit halen. Ik had de plantjes mee naar huis genomen, om ze zelf nog te laten groeien, maar veel anderen hadden hun plantjes gewoon weg gedaan. We gaven de plantjes nog wat water, en toen moesten ze allemaal onder een grote CFL lamp, omdat de plantjes veel licht nodig hebben. Mijn plantjes had ik thuis in wat grond gestopt, en tijdelijk even onder een lamp gezet tot dat het weer licht werd. Omdat mijn plantjes niet zo veel licht kregen als de anderen, lagen ze al gauw achter in de groei, maar ze deden het nog steeds goed. Aan het eind van de week begonnen de plantjes op school al wat beginnende bloemen te krijgen, dus kreeg iedere groep in de klas een bij. We moesten de bij uit elkaar halen zodat alleen nog het harige deel van de bij over bleef. Dat deel van de bij moest elk groepje aan een stokje lijmen, zodat we die de volgende week konden gebruiken om de plantjes te bevruchten. Intussen hebben mijn plantjes alleen nog maar hun zaadlobben, maar zo lang ze nog leven vind ik dat niet erg.