Jullie hebben
waarschijnlijk al gezien dat ik een aantal weken niet geschreven heb. Maak je
geen zorgen, ik ben niet gestopt, maar we zijn drie weken op vakantie geweest.
Ik heb van de hele vakantie van elke dag een stuk in een dagboek geschreven,
zodat ik het kan herinneren voor later, en om hier te schrijven. Natuurlijk
wordt het een beetje saai om zo’n lang verhaal van drie weken allemaal aan een
stuk te lezen, dus zal ik de komende 3 weken elke keer een derde van de
vakantie plaatsen. We hebben ook heel super-duper veel foto’s gemaakt, wel rond
de acht duizend vijf honderd foto’s! Ik hoop dat jullie allemaal veel plezier
hebben met lezen, en hier is de eerste week:
5/7/2013, vertrek
van huis rond 7:15. Rijden van Spring, Texas naar Vernon, Texas.
Vandaag reden we
rond 7:15 weg van huis, na veel spullen inpakken. Ik dacht steeds dat ik iets
vergeten was, maar toen ik in mijn hoofd door alle spullen ging, had ik alles,
en nog wat extra voor de zekerheid, zoals zeep en shampoo. We kwamen al snel
bij de I-45, de snelweg die Noord-Zuid loopt van Houston naar Dallas, en
verder. We kwamen na een uur op de snel weg bij Huntsville, en het grote witte
stambeeld van Sam Houston. Het landschap veranderde snel van plat land, naar
een meer heuvelachtig landschap. Toen we Dallas naderde, begonnen er ook
stukken rots de heuvels uit te steken. In Dallas stopte we bij de post om een
pakketje af te leveren. Naast ons stond een bus waar op stond: “Cook
Children’s” wat ongeveer vertaald in “kook kinderen”, dus daar moesten we wel
even om lachen.
|
(kook kinderen) |
We reden van de post naar de eerste Wal-Mart die we konden
vinden, om te tanken en om naar de WC te gaan.
We hadden toen al een paar uur stil gezeten in de auto, dus waren mijn
benen helemaal stijf! Iets voorbij Dallas stopte we rond de lunch tijd bij een
picknick plek, waar we broodjes met cheddarkaas, en appels aten. Het enige
vervelende was dat er veel vliegen waren, dus moesten we constant de vliegen
weg jagen als ze op ons eten gingen zitten. Tijdens de rest van de rit in de
auto nam ik notities van mijn kunst boek, en keek af en toe naar buiten.
|
Ja-knikkers en olie opslag |
Een
uur later kwamen we bij het hotel aan, zo rond 1:50, in Vernon, Texas. Het is
echt een plattelands dorp wat tussen de oogstvelden en jaknikkers staat. Het was een Holiday Inn, en toen we al onze
spullen in de kamer hadden gezet, gingen Emilio en Ik ons omkleden om te gaan
zwemmen in het binnenzwembad. We waren daar helemaal alleen, wat heel fijn was,
alleen het water was een beetje koud, dus daar moest je even aan wennen. Er was
ook een spa bij het zwembad, en die was heel heet als je uit het koelere water
kwam. Na 45 minuten, kwam er nog een jongen van ongeveer 10 even koekeloeren,
en toen was hij weer weg. 10 minuten later kwam hij weer en ging op een stoel
langs het zwembad zitten. We vroegen aan hem of hij mee wilde zwemmen, en hij
zei dat hij misschien wel zou komen zwemmen. Even later kwam hij terug, en
nadat hij een paar minuten rond het zwembad had gelopen, ging hij zwemmen. Ik
was ondertussen in de spa, waar ik voor een sterke water stroom zat die
gefilterd water terug het zwembad in spoot. Na ongeveer 2 minuten begon mijn
rug heel erg te jeuken, maar omdat ik wist dat dat door de doorbloeding komt,
bleef ik zitten. Toen ik weer terug het zwembad in ging, voelde ik dat mijn rug
hellemaal opgezwollen was in de plek waar het water er tegen had geduwd. Ik
ging voor de rest van de tijd in het koelere water zitten om te kijken of de
zwelling misschien minder zou worden. De moeder, vader, en zus van de jongen
kwamen ook naar het zwembad, maar alleen zijn zus ging ook zwemmen. We speelden
overgooien met Emilio’s water torpedo, tot dat de jongen en zijn familie weer
terug naar hun kamer ging. Het was toen al laat in de middag, dus besloten
Emilio en Ik er ook maar uit te gaan.
|
Het Binnenzwembad |
Nadat we in de kamer een douche hadden
genomen, ging Emilio op de uitklapbank lezen, terwijl ik aan het bureau in mijn
dagboek ging schrijven. We sliepen alle vier in de zelfde kamer. Adri en Mama
in het grote bed, en Emilio en Ik op de uitklapbank. Toen ik klaar was met
schrijven voor die dag, had ik een plattegrond van de kamer getekend, en toen
ik ook daar mee klaar was, ging ik naast Emilio op de bank lezen. Toen het tijd
was om te eten, reden we naar Mic’s Barbecue. Het pand was ongeveer de grote
van een Nederlandse friettent, en het eten werd geserveerd op piepschuim
borden, maar het eten was heel lekker. Na het eten reden we weer naar het
hotel, waar we nog even een uurtje konden lezen, voordat het tijd was om te
gaan slapen. Omdat het een uitklapbank was, zaten er allemaal metalen veren in
het matras, en sliep het niet zo lekker. Ik had misschien 4 of 5 uur kunnen
slapen.
6/7/2013, vertrek
rond 8:25. Rijden van Vernon, Texas, naar Santa Rosa, New Mexico.
Toen iedereen
wakker was, pakte we onze spullen, en gingen ontbijt eten. Ze hadden heel veel
verschillende dingen, zoals yoghurt, brood, jam, kaas, bananen, ei, en
pannenkoeken die automatisch voor je klaar werden gemaakt als je op een knopje
drukte. Net na we vertrokken, stopte we bij de Wal-Mart om kaas en brood te
halen, voordat we verder reden. We zagen plotseling grote windmolens staan,
iets wat je niet ziet in het deel van Texas waar wij wonen. Mama had van de
Wal-Mart ook oranje spuitlak meegenomen voor de Cadillac Ranch. De Cadillac
Ranch is een open veld in de buurt van Amarillo, Texas, waar 10 oude Cadillacs
met hun neus in de grond bijna rechtop staan.
|
De Cadillac Ranch |
Je mag daar spuitlak mee naartoe
nemen om dingen op de Cadillacs te spuiten. De loop naar de Cadillacs toe was
geen pretje. Het waaide best hard, en omdat het pad er naartoe van zand was,
voelde je wat pijn van opgewaaid zand wat langs je benen schuurde. Emilio en ik
hadden onze namen op een van de wielen van een Cadillac gespuid, en toen hadden
we alle vier onze namen om het dak van een andere Cadillac gespuid.
|
Onze namen op de Cadillac |
Je kon zien
dat er al heel veel verf op zat, want de opgedroogde lagen waren goed te zien.
|
Opgedroogde lagen spuitverf |
We waren ook in een van de open Cadillacs gaan "zitten" zodat het leek als of we de auto de grond in gereden hadden.
|
Sorry mam, we kopen wel een nieuwe voor je! |
We gaven toen onze spuitlak aan iemand die er geen had, want die hadden we niet meer
nodig, en toen reden we naar Santa Rosa, New Mexico. Onderweg stopte we om
lunch te eten. We zaten zo wat tussen de windmolens, en het waaide best hard.
We moesten onze drinkflessen op onze borden zetten zodat ze niet weg zouden
waaien. Een half uur later waren we over de staatgrens met New Mexico, en nog
wat later zaten we in Santa Rosa. We zouden in een America’s Best Value Inn
slapen, maar we waren zo vroeg dat onze kamer nog niet schoon was, dus besloten
we om de stad te verkennen. Er was een klein meertje met een dam er voor die
wel mooi was om te zien. De dam was best oud, maar wel interessant.
|
De "Power Dam" in Santa Rosa, New Mexico |
We gingen
toen naar een plaats waar mineraal water uit de grond kwam en in een groot gat
in de grond terecht kwam. Het was koel water, ongeveer 16 of 17 graden Celsius,
en het was heel mooi blauw water. Er waren mensen die van rotsen boven het
water naar beneden sprongen, en er waren ook duikers die het gat en de grotten
er langs gingen verkennen.
|
Het koele blauwe water van het "Blue Hole" in Santa Rosa |
We reden toen weer terug naar het hotel, en ze waren
daar net klaar met onze kamers. Emilio en Ik keken TV tot dat we gingen eten.
We aten bij Joseph’s Grill, waar het eten heel lekker was. De limonade smaakte
een beetje vreemd, want het smaakte een beetje naar de geur van citroen
afwasmiddel, maar het was toch wel lekker. We hadden een tafel vlakbij de
ingang, waar ook een kauwgomballenautomaat stond, dus hoorden we elke vijf
minuten een klik en een kauwgombal die een spiraal af rolde. De fajitas die ik
had besteld waren heel lekker, maar ik vind de fajitas van thuis nog steeds het
lekkerste. Na het eten reden we weer terug naar het hotel, waar we TV keken tot
het tijd was om naar bed te gaan en te lezen. We sliepen die nacht een heel
stuk beter dan op de uitklapbank van de vorige nacht!
7/7/2013, vertrek
rond 8:00. Rijden van Santa Rosa, New Mexico, naar Chama, New Mexico.
Rond half zeven
werden we ’s morgens wakker, en om kwart voor zeven begonnen Emilio en Ik met
inpakken. Om 7 uur werden we door Adri gebeld vanaf zijn kamer om ons wakker te
maken en om te zeggen dat we moesten inpakken, maar dat hadden we al gedaan.
Toen we allemaal aangekleed waren, ging ik naar Mama en Adri’s kamer om daar de
koelbak te vullen en ijs te halen, om alles koud te houden. We hadden alles in
de auto geladen, en reden toen weg van het hotel. We hadden daar niet ontbijt
gegeten, omdat ze alleen maar cornflakes hadden. In plaats van daar te eten,
reden we verder naar Santa Fe, waar we bij een Subway gegeten hadden. Tegenover
de Subway zat een dollar tree winkel waar we voor Emilio een paar boekjes met
puzzels hadden gekocht zodat hij iets te doen had buiten lezen. We reden ook
nog snel langs de Wal-Mart om brood en kaas te halen, en toen waren we weer op
weg naar Chama.
|
Bijna elk gebouw in Santa Fe is in dit stijl gebouwd |
We zagen al snel echte bergen, en we kwamen op hoogtes van
boven de 2300 meter. We reden ook langs een huis waar vroeger de schilder
Georgia O’keefe had gewoond.
|
Bergen in het noorden van New Mexico |
|
De eerste tekens van zandsteen. Je kunt de lagen goed zien |
|
Lagen en kleuren nog beter te zien |
Toen we in Chama kwamen, was ons huisje nog niet
klaar, dus reden we het stadje in om te kijken waar het treinstation was, omdat
we de volgende dag een treinrit zouden doen. Mama had opgezocht dat je herten
kon voeren ergens, maar hoe we ook keken, we konden het nergens vinden. Omdat
we dat niet konden doen, reden we naar Herron Lake State Park, om rond te
kijken en om te gaan picknicken. We reden in het park naar het
bezoekerscentrum, waar we eerst even rond gingen kijken. Er was halfronde
ruimte met grote ramen zodat je over het meer kon uit kijken. Het was een heel
groot meer. Er stonden ook 2 telescopen in de ruimte waar je doorheen kon
kijken. Als je er doorheen keek, zag je een nest boven op een paal waar een
moeder visarend haar 2 jonge vogels aan het verzorgen was. De kleine visarenden
waren bijna klaar om hun nest uit te vliegen, want ze waren met hun vleugels
aan het fladderen. Het was heel mooi om te zien, maar de hele tijd dat wij er
waren vlogen ze niet weg. Een vrouw vertelde ons dat visarenden het ook fijn
vinden om op elektriciteit palen hun nest te maken, maar omdat dat vaak niet
goed afloopt, zet de eigenaar van de elektriciteit palen speciale nest palen
neer waar de visarenden vaak liever hun nest op maken. Er was ook een verhaal
over een visarend die Elektra werd genoemd omdat zijn nest in brand vloog toen
zij die op een elektriciteit paal had gemaakt. Gelukkig was er niets ernstigs
gebeurd met Elektra. We gingen weer terug naar buiten, waar we aan 2
parkwachters vroegen waar we het beste konden picknicken. Ze wisten wel een
goede plek, en we hoefde maar $5 te betalen om binnen te mogen. De picknick
plaats was op de rand van een kloof waar de Chama rivier doorheen liep. Het was
heel stil, en het uitzicht was fantastisch.
|
Het uitzicht van de picknick tafel. De brug is links onder te zien |
Aan de bodem van de kloof was een
houten brug waar je overheen kon om over de rivier te komen. Emilio en Ik
gingen na het eten met een trap de kloof in, om de brug te verkennen. Het was
heel mooi, en het enige wat je hoorde was het stromende water, en wat vallend
water van een kleine dam verder op.
|
Emilio en Ik op de brug, met onder ons de Rio Chama |
Je kon wel merken dat je een stuk hoger zat
dan in Houston, want op de weg terug naar boven waren we heel snel buitenadem,
en we zijn gewend om veel hard te lopen. Toen we weer boven waren, ging ik nog
even naar de WC voor dat we verder door het park reden. Toen ik in het
gebouwtje kwam, hing er een spin aan een draad in het midden van de kamer. Met
een beetje blazen vloog hij er zo van af. We reden toen naar de dam die
verderop in het park was.
|
De dam in Herron Lake State Park |
We stapten daar uit zodat mama en Adri foto’s konden
maken. Aan de kant van de dam was een grote richel waar geen hek voor stond, en
die richel was 50 meter boven het water, dus als je niet uitkeek, viel je met
een harde klap het water in, of tegen een steen aan. Emilio en ik pakten wat stenen,
en rolde ze een voor een de richel af tot ze 2 seconden later in het water
vielen.
|
Stenen van de richel rollen |
We gingen toen weer terug de auto in, en reden rond het meer tot dat we
niet meer verder konden, en toen reden we weer helemaal terug. Er was een klein
eiland in het midden van het meer, en omdat het licht bewolkt was, was het
eiland helemaal in de schaduw, terwijl het water er omheen mooi fel van kleur
was. We reden het park uit, en reden terug naar de camping waar ons huisje
klaar was. Er liep een kleine rivier langs de camping aan een kant, en daar
liep een stalen brug overheen. Ik had ergens gelezen dat er wandelpaden aan de
overkant van die brug waren, dus gingen Emilio en ik verkennen. Het was een
mooi gebied, en het pad splitste aan de overkant van de brug in twee. We gingen
eerst de rechter kant uit, maar daar was niet veel te zien behalve een hek met
prikkeldraad. We draaiden om, en liepen deze keer het linker pad. Dit pad liep
langs de rivier en was dus veel mooier. Emilio wou steeds omdraaien omdat hij
dacht dat we door een slang gebeten konden worden, of dat er een zwarte beer
achter ons aan zou komen. Ik vertelde hem steeds dat hij zo zelf terug zou
kunnen lopen, maar dat wou hij niet. We kwamen bij een open plek, en zagen daar
iets wat leek op een grafsteen. Er stond: “Mitzzi” en “1997-2012” op, maar van
de naam en leeftijd konden we niet uitvogelen of het een mens of een hond was,
maar het was alsnog angstaanjagend om te zien. Aan het eind van het pad liep
het zo dicht bij de rivier dat je er in kon lopen, en dat bracht ons op het
idee dat we dat ik wilden gaan doen. We liepen terug naar het huisje, deden
daar onze waterschoenen aan, en gingen door de rivier lopen. Het water was niet
echt diep, hooguit tot mijn knieën, maar omdat er veel rotsen lagen, was het
heel glad en moest je goed kijken waar je liep. We zagen vissen, en slakken in
het water, en na een uur van de rivier verkennen, kwam Adri om ons te vertellen
dat we zo gingen eten. We reden toen naar het High Country Restaurant om te
eten. Toen we daar kwamen voelde ik me opeens niet meer zo lekker. Misschien
kwam het door het grote verschil in hoogte, want we zaten nu ruim 2000 meter
hoger dan in Houston, of omdat ik spanning had omdat we de volgende dag de
treinrit gingen doen waar ik me erg op verheugde. Ik bestelde nog wel een
gerecht, maar ik nam dat mee naar huis zodat ik het kon eten wanneer ik me weer
beter voelde. Toen we weer terug in het huisje waren, ging ik even op bed
liggen, en na 10 minuten voelde ik me al weer helemaal beter. Ik at mijn eten,
en ging toen weer op bed liggen. Het huisje was een vierkant, en als je die in
vieren deelde, dan had je ongeveer het plan van het huis. Rechts onder was de
kamer van Emilio en Ik, en ook de kamer waar je binnen kwam. Links onder was de
keuken en eetkamer. Links boven was de badkamer, en rechts boven was de kamer
van Adri en Mama. Het huisje had, omdat Chama een berg stadje is, geen
airconditioning, en daarom was het huisje erg warm toen we probeerde te slapen,
maar we hadden al snel alle ramen open gezet, en omdat het buiten flink
afgekoeld was, was het lekker fris, want het was buiten 14 graden Celsius.
Boven het bed waar ik in sliep was ook een raam, en daar blies de hele tijd
koele lucht doorheen, dus viel ik al gauw in slaap. We konden buiten in de verte
ook flitsen van onweer zien, maar gelukkig kwam het niet over Chama.
8/7/2013. Een dag
in Chama, New Mexico.
We moesten
vandaag al vroeg opstaan, maar dat was niet erg want we hadden allemaal heel
goed geslapen. Toen ik wakker werd pakte ik meteen wat meer dekens want ik had
het echt koud. Niet iets waar ik aan gewend ben in de zomer. Toen de zon opkwam
was er veel gefluit van vogels, maar ik herkende er niet een behalve de
American Robin, die in Houston ook voor komt. We hoorden ook het vrolijke gelach
van de Black-Billed Magpie. Voor ontbijt aten we brood met Cheddarkaas, en
daarna vulde we allemaal onze waterflessen omdat we een lange treinrit gingen
maken met de Toltec & Cumbres Scenic Railroad. Het duurde niet lang voordat
we weer bij het station waren. We waren zo vroeg dat de bus er nog niet was,
want de bus zou ons van Chama naar Antonito, een andere stad, nemen, en dan
zouden we de trein weer terug nemen. Toen de Volvo bus bij het station kwam,
stapten we in. De bus was bijna helemaal vol, maar het was nog wel een hele
fijne bus. De stoelen waren heel comfortabel, en er hingen ook Tv’s. Een man
vroeg aan de buschauffeur welke film we gingen kijken. De buschauffeur zij:
“een hele goede! Hij heet: kijk naar buiten!” Kort nadat de bus vertrok, reden
we door de bergen heen. Het was een heel mooi uitzicht, en Emilio probeerde
steeds door de bomen te kijken of hij een zwarte beer kon zien, maar tijdens de
hele rit was er geen beer te zien. Het duurde ongeveer een uur tot dat we in
Antonito aankwamen, en langs de weg kwamen we door de Cumbres Pass, het hoogste
punt van de rit, met een hoogte van ongeveer 3055 meter. Ze hadden daar een
keer 12 meter sneeuw gehad! Toen de bus in Antonito aankwam, gingen we eerst
naar een souvenir winkel, maar jammer genoeg had ik niet mijn portemonnee bij
me, dus kon ik niets kopen. Er was gratis koffie, dus waren Adri en Mama ook
meteen blij.
|
Het Station in Antonito |
Voordat we op de trein stapte, keken we nog even naar de
locomotief. Het was een hele grote, en niet iets wat je over je heen wilt hebben.
|
De trein. De punt is om 's winters sneeuw te schuiven |
We vonden onze plaatsen op de trein, en gingen daar zitten. Onze wagon was heel
dicht bij een wagon die geen dak had, en waar iedereen in kon staan om nog
beter van de omgeving te genieten.
|
Binnen de trein, buiten de trein, en de open wagon in de achtergrond |
Toen we een tijdje zaten, floot de trein 4
keer om te laten weten dat we over 5 minuten zouden vertrekken. Even later kwam
er een man langs die iedereen informatie en een kaart gaf. Er was ook een
boekje waar op stond wat elke combinatie van trein gefluit betekende. Een lange
fluit had –– als symbool, en een korte fluit had – als symbool. Als een
voorbeeld, als een trein langs een spoorwegovergang komt, maakt hij deze
combinatie –– –– – ––. Dit systeem word door elke trein in Amerika gebruikt,
dus dat zou ik zeker proberen als ik thuis kwam. Toen de 5 minuten op waren,
begon de trein te versnellen, en waren we op weg naar Chama.
|
De trein in actie |
De treinrit zelf
zou ongeveer 4 uur duren, met een stop voor de lunch voor 1 uur. Het eerste
stuk was voornamelijk woestijn met een beetje gras hier en daar, toen we verder
reden begon het steeds meer bebost te worden.
|
Het landschap tijdens het eerste uur van de rit |
We kwamen al snel over een kleine
schraagbrug waaraan iemand met zijn nek was vastgebonden voor een misdaad.
|
Hier is iemand aan opgehangen. Brrrrr |
Toen
reed de trein over wat zigzag sporen om een helling op te komen. Op de top van
die heuvel stond een watertank die nu buiten gebruik was.
|
De "lava" watertank. Waarom hij zo heet, weet ik niet |
Als je vanaf daar
achterom keek, kon je een klein oranje karretje op de spoorweg achter ons aan
rijden, die werd gebruikt om voor gras en bos branden te zoeken.
|
Het oranje vuur karretje |
Een half uur
later zaten we al in de echte bergen, en was het uitzicht echt fantastisch. Er
was een grote vallei te zien waar de Los Pinos rivier doorheen liep.
|
Vallei met de Los Pinos (de dennenbomen) rivier |
|
Het berg landschap |
|
Nog meer bergen |
We hoorde
plotseling een flink gesis van de locomotief, en toen ik uit het raam keek,
spoot er een hele boel stoom uit de zijkant van de locomotief. Het was mooi om te
zien, en de planten kregen ook water! De trein doet dat een paar keer per rit
als er teveel druk in de locomotief is opgebouwd.
|
De trein blaast even wat stoom af |
Na een lange tijd kwamen we
bij de eerste van de twee tunnels in de trein rit. Het was een tunnel gemaakt
van verharde modder en hout, en was ongeveer 104 meter lang. Net 5 minuten
daarna ging ik van onze wagon naar de open wagon om daar te kijken. Ik was net
op tijd voor de volgende tunnel die 110 meter lang door een berg heen ging.
|
De trein net voor de tunnel |
|
De tunnel van steen |
Het
was heel lekker om in de open wagon te staan, want de berg lucht was lekker
fris, en het was ook niet te zonnig. Een half uur later kwamen we bij een
stadje dat Osier heet, en daar stopte de trein zodat we konden lunchen. Er zijn
elke dag altijd 2 treinen bij het station voor de lunch en de andere trein die
was er al. We stapte uit, en liepen het station binnen waar we werden
opgesplitst gebaseerd op wat je wilde gaan eten. Emilio, Adri, en Mama aten
allemaal gehaktbrood, en ik nam kalkoen. Er zat ook maisbrood, aardappel puree,
sperziebonen, cranberry saus, en brood bij. Het was allemaal zo lekker, dat ik
nog een keer terug gegaan was voor wat meer. Na het eten kon je ook nog een
toetje uitzoeken. Het zag er allemaal heel lekker uit, maar ik koos
uiteindelijk een stuk chocolade cake. Het was een beetje droog, maar wel heel
lekker. Toen we weer terug op de trein zaten, zagen we dat er mensen in de
wagon zaten die we voorheen niet hadden gezien. We dachten eerst dat ze
misschien op de verkeerde trein waren gestapt, maar toen realiseerde we dat er
trein ritten zijn van Chama naar Osier, en dan weer terug, dus dat kon het
verklaren. Toen de trein vertrok, waren er geen mensen die geen stoel hadden
omdat die was ingepikt. Ik liep al weer terug naar de open wagon om van de
frisse lucht te genieten. Je kon in de verte nog het station zien waar de
andere trein net vertrok.
|
De andere trein vertrekt |
Het was ondertussen een beetje minder bewolkt, en ook
bij deze helft van de trein rit was er heel veel te zien. We gingen over nog 2
schraagbruggen die zo hoog boven de vallei waren dat het leek alsof de trein
aan het vliegen was.
|
Een van de schraagbruggen |
Tijdens de rit was er ook een man die bij de trein werkte
die ons over heel veel vertelde. Hij liet ons ook een stuk helling zien waar er
heel veel blauw en witte bloemen groeiden die de staat bloem van Colorado zijn.
|
De staat bloem van Colorado "Colorado Columbine" |
Het was wel leuk om te zien, want gedurende de hele rit, gingen we steeds heen
en weer over de staat grens tussen New Mexico en Colorado. We kwamen langs nog
een watertank, en onder het dakje van die water tank zaten allemaal zwaluw
nesten.
|
Er waren veel wilde dieren te zien |
Toen we nog ongeveer een uur hadden tot het eind van de rit, voelde ik
een brandend gevoel op mijn huid, en wist ik dat ik uit de zon moest gaan. Ik
ging weer naar mijn stoel en bleef daar de rest van de rit zitten. We gingen
over een stalen brug vlak bij een andere camping in Chama, waar allemaal mensen
stonden te zwaaien en te kijken naar de trein, omdat de trein bijna door die
camping heen ging.
|
Zelfs de kerstman stond te zwaaien in zijn zomer kleren |
We kwamen toen bij het station aan, en stapten daar uit. We
keken nog even rond in het museum, en gingen toen terug naar het huisje.
|
Het station in Chama (met emilio en zijn blauwe rugzak) |
Emilio
ging daar meteen Minecraft spelen, terwijl ik in mijn dagboek ging schrijven.
Toen Emilio klaar was met spelen, gingen we naar buiten. We liepen met een
volleybal naar de tennisbaan om daar volleybal te spelen, want er was niemand.
Het was niet makkelijk om volleybal met twee mensen te spelen, dus schopte we
de bal naar elkaar over het net. Meerdere keren schopte we de bal over het hek,
dus dan moesten we de bal snel gaan halen voordat hij op straat rolde. Mama
riep ons om terug te komen, en toen aten we voor het avondeten brood met
emmentalerkaas, want we hadden geen cheddarkaas meer. Na het eten wou Emilio
gaan slapen, dus ging ik in de keuken zitten om verder te schrijven in mijn
dagboek. Na een uur was het kwart over negen, en ging ik ook slapen. Ik kon
gauw in slaap vallen, want de kamer was lekker koel door de frisse berglucht.
9/7/2013. Vertrek
rond 7:55. Rijden van Chama, New Mexico, naar Cortez, Colorado.
Vandaag werd ik
weer koud wakker omdat hele koele lucht door het raam binnen kwam. De buiten
lucht was ergens tussen de 14 en 16 graden Celsius, dus dat was lekker. We
hoorden al weer het gelach van de Black-Billed Magpie die ongeveer zo groot
zijn als een kraai, en die zwarte en witte veren hebben. Voor ontbijt hadden we
weer brood met emmentalerkaas, en nadat we onze spullen hadden gepakt, reden we
naar Cortez. Het begon hier een stuk bergachtig te worden en er waren ook veel
valleien. Na ongeveer een uur rijden, kwamen we in Durango, Colorado, en zagen
daar zelfs een Dodge Durango. Niet lang daarna, kwamen we langs een dorp dat
Mancos heet, en daar had ik een lege fles open en dicht gedaan op een hoogte
van 2500 meter zodat ik de effecten van luchtdruk kon zien als we hoger of
lager reden. We kwamen rond elf uur in Cortez aan, en we reden toen naar het
hotel. Er stond of de website van het hotel dat je om elf uur kon inchecken,
maar onze kamer was nog niet klaar, dus reden we weg en reden door Cortez heen
om te zien of er iets interessants was. Voor de lunch reden we weer terug naar
het hotel, waar er ook picknicktafels stonden waar we brood met cheddarkaas
aten. We waren net op tijd, want net toen we klaar waren met eten, waren ze
klaar met onze kamer (dat konden we zien want we wisten het kamer nummer). We
legden al onze spullen in de kamer, en bleven even voor 10 minuten op bed
liggen om te relaxen. We pakten toen onze petten, hoeden, zonnebrillen,
zonnebrand, en flessen water, want we gingen naar Mesa Verde National Park. In
Mesa Verde zijn er een boel zichtbare rotswanden met alkoven, en in bijna alle
alkoven zitten kleinen huisjes van zand en klei die honderden jaren geleden
waren gemaakt.
|
Een mesa bedekt met groen, daarom dus "Mesa Verde" |
Dit was voor Emilio en Ik de eerste keer dat we naar een
nationaal park gingen, dus wisten we ook niet wat we moesten verwachten. Toen
we bij het bezoekerscentrum kwamen, zagen we een sculptuur van een indiaan die
een bergwand beklom met een mand op zijn rug.
|
Dit is hoe de indianen in hun huizen kwamen |
In het bezoekerscentrum kozen we
een van de vele tours die er te doen waren. We kozen de tour van Balcony House,
omdat die er het spannendst uit zag, want je moest meerdere ladders beklimmen,
en door een nauwe tunnel kruipen om bij het huis te komen. Ze hadden een model
van de tunnel waar je doorheen kon kruipen. Het was inderdaad vrij smal, en als
een volwassene er doorheen wilde kruipen, raakte allebei zijn schouders de
muren van de tunnel aan, en de tunnel was net hoog genoeg om op handen en
voeten doorheen te kruipen. Emilio pakte een ranger boekje, want als je die
invult leer je veel over het park, en kan je met een bepaald aantal ingevulde
activiteiten een badge krijgen van het nationale park waar je was. Ik dacht
eerst dat ik daar misschien wel te oud voor was, dus had ik er geen mee
genomen, maar later realiseerde ik dat het wel interessant was geweest.
|
Het opperhoofd verteld een verhaal aan Emilio |
We
reden toen weg van het bezoekerscentrum, en reden door een paar
haarspeldbochten die ons omhoog stuurden.
|
Het eerste uitzicht punt, met in de achtergrond de Mancos Vallei |
|
De Mancos Vallei, met in de verte de La Plata bergen |
We gingen ook een keer door een
tunnel heen, wat leuk was. We stopten een paar keer om van het uitzicht te
genieten.
|
De tunnel |
Je kon heel ver zien want we waren weer de bergen in gereden. Je kon
de hele vallei zien van boven, en het was een heel mooi uitzicht.
|
Nog meer groen. Geen wonder dat het Mesa Verde heet |
We kwamen uiteindelijk
bij sprucetree house, een van de enige huizen die je dichtbij kunt zien zonder
tour. Het was daar best druk, en het was moeilijk een paarkeerplaats te vinden.
We liepen uit de auto, en begonnen naar het huis te lopen.
|
Sprucetree House |
Je moest eerst met
een paar haarspeld bochten een rotswand af lopen, dan door de kloof naar de
andere kant, en in die andere rotswand zat het huis. Het was heel mooi en apart
om te zien, maar de huisjes waren ook vrij klein, want de volwassen mensen
waren tussen de 1 meter 52, en de 1 meter 65.
|
Het plein van Sprucetree House met de ingangen van kivas |
Ze hadden ook ondergrondse kamers
die alleen vanaf boven toegankelijk waren. De indianen gebruikte die voor religieuze ceremonies, of voor vergaderingen. Je kon met een trap in die kamer
komen, en het was heel interessant om te zien.
|
Een kiva zonder dak |
Ik klom langzaam de ladder af,
en het was even helemaal donker, maar toen ik van de ladder afstapte, kwam het
licht weer door het gat in het plafond, en kon ik goed rond kijken. De kamer
was een kleine cirkel met een diameter van ongeveer 4 meter. Het was er heel
stoffig, en je kon de stof door het licht zien bewegen.
|
De kiva in. Het was er goed stoffig |
Er waren ongeveer 15
mensen in die kamer, en het was een internationale mix. Er waren Nederlanders
(wij), Duitsers, Fransen, en Engelsen in dat kleine kamertje. Na een tijdje in
de Kiva (zo heten die kamers) klommen we er weer uit, en gingen we naar de
auto. We reden rond het park, en stopte meerdere keren om huisjes in de
rotswanden te zien.
|
Klik op deze foto om de huisjes in de rotswanden te zoeken |
|
Zelfde foto ingezoomed. Hier zijn 2 aparte huizen zichtbaar |
Rond vier uur, kwamen we aan bij Balcony House waar we onze
tour voor gereserveerd hadden. De park ranger die onze tour deed, hadden we ook
al eerder gezien toen we sprucetree house aan het verkennen waren. Toen
iedereen voor de tour er was, liepen we een grote metalen trap af om van de top
van de mesa naar beneden te komen. Aan het eind van de trap liepen we langs de
kant van de mesa tot dat er een alkoof in de rotswand te zien was. Het enige
was, dat de huizen ongeveer 9 meter hoger waren dan wij, dus moesten we een
lange houten ladder opklimmen. Ik heb normaal geen hoogtevrees, maar die ladder
vond ik echt geen pretje. Het was al weer snel voorbij, en ik had ook niet naar
beneden gekeken tot ik van de ladder af was. In de alkoof was het een stuk
koeler. Om bij de huizen te komen moesten we door een paar kleine gangen lopen,
en een trapje op. Het was heel mooi om alle huisjes te zien, en je kon ook nog
roet op de muren van de huizen zien van vuurtjes die de indianen gemaakt
hadden.
|
Balcony House, met een kiva onder in de foto |
Het uitzicht was ook heel mooi, want je keek over een vallei uit met
vele rotswanden waar ook weer groepen huizen in stonden.
|
Het uitzicht vanaf Balcony House. Er zijn veel huizen te zien. |
Deze groep huizen had
ook kivas, maar deze waren niet toegankelijk, en hadden ook geen plafond, dus
kon je er zo in kijken. Na de verkenning van de huizen, moesten we door een
tunnel aan de andere kant weer de alkoof verlaten. De tunnel was zoals het model
heel smal, maar was ook 3.6 meter lang. Emilio en Ik hadden geen moeite om er
doorheen te klimmen, maar veel volwassenen wel. Na de tunnel moesten we een 35
graden rotswand opklimmen met een ketting, wat niet zo moeilijk was, en toen
nog met een kleine ladder naar boven om weer terug op de mesa te komen. Bij de
top waren we even gestopt om uit te rusten van al dat klimmen, en toen gingen
we met de auto verder door het park.
|
Een van de grotere huizen in het park |
Plotseling realiseerde we dat we Emilio’s
boekje voor zeven uur in moesten leveren zodat hij zijn badge kon krijgen. We
moesten toen weer helemaal terug naar het bezoekerscentrum rijden, en dat was
best ver. Adri reed zo snel als hij kon zonder gevaarlijk te doen, maar we
kwamen een paar minuten na sluitingstijd aan bij het centrum, en toen waren ze
al dicht. We zouden dan de volgende dag kijken of we zijn badge in het
stadcentrum konden krijgen. We reden terug naar het hotel om aftespoelen, en
toen reden we naar het restaurant “Lotsa pasta” voor het avondeten.
|
Het bord van het restaurant |
We gingen
daar op het terras zitten omdat het lekker weer was buiten, en niet zo benauwd
en heet als in Houston. Het was heel lekker eten, en het uitzicht was ook heel
mooi, want je kon in de verte de mesas van Mesa Verde zien, en omdat er op dat
moment een zonsondergang was, kreeg je een heel mooi licht effect.
|
Het effect van de zonsondergang op de mesas |
Het enige
vervelende was dat binnen het restaurant een jongen aan het raam zat die steeds
aan het uitsloven was om te proberen ons te laten lachen. We probeerde hem te
negeren, maar hij bleef maar doorgaan. Na het eten, reden we weer terug naar de
Days Inn en na dat we even hadden gelezen, gingen we naar bed.
10/7/2013. Rijden
van Cortez, Colorado, naar Moab, Utah.
Toen we wakker
werden, pakten we onze spullen en gingen naar de voorkant van het hotel om te
ontbijten. Ik at een paar broodjes met smeerkaas, en een muffin. We reden kort
daarna weg van Cortez, en reden naar Moab. Onderweg gingen we over de grens met Utah, en kwamen we een mooi bord tegen.
|
Het bord op de grens tussen Colorado en Utah |
Onderweg was er een grote
verandering in landschap. We reden nu echt de woestijn in, en je kon ook veel
zandsteen formaties zien.
|
Zandsteen formatie die op een bel lijkt |
|
Door water, wind, en ijs wordt zandsteen over de jaren mooi glad |
|
Een formatie die over een paar honderd jaar een boog zal zijn |
|
Niet ver van moab waren er grote wanden van zandsteen |
Net een uur buiten Moab, kwamen we langs Wilson Arch,
een grote boog die door water en ijs uit het entrada-zandsteen gekerfd is. We
stopten daar even, en we zagen 2 mensen boven ons in de boog staan.
|
Wilson arch, met 2 mensen zichtbaar |
Ik ging
toen de auto uit, en klom ook naar boven. Het was niet makkelijk, want er was
veel zand waardoor je goed moest kijken welk pad je naar boven zou nemen.
|
Naar boven klimmen! |
Net
toen ik boven kwam, gingen de twee mensen weg, en was ik helemaal alleen onder
de grote boog. Het was een heel mooi uitzicht, en de boog kwam tot tientallen
meters boven mij. Een paar minuten later kwamen mama en Emilio ook naar boven,
en namen we veel foto’s. Je moest wel uitkijken daar boven, want aan beide
kanten van de boog was het een redelijk stuk naar beneden.
|
Mooi om te zien hoe groot zo'n boog is |
Na vele foto’s
klommen we weer naar beneden, en reden naar Moab.
|
Rotswanden tussen Wilson Arch en Moab |
Het was oorspronkelijk ons
plan om naar Canyonlands National Park te gaan, maar omdat we vonden dat er
meer te zien was in Arches National Park, gingen we daar naartoe, en zouden we
Canyonlands de volgende dag doen.
|
Het bord van Arches National Park |
We reden naar het bezoekerscentrum voor meer
informatie, en zodat Emilio en Ik ranger boekjes konden halen. Er waren veel
toeristen, en er kwam ook een gele bus met allemaal Chinese toeristen. Er waren
daar meer toeristen dan Amerikanen, dus wist je nooit zeker met wie je kon
praten, en wie geen bal zou kunnen verstaan van wat je zei. Ik had ook mijn
dagboek meegenomen, zodat ik binnen een stempel er in kon zetten, dat ik er op
10 Julie geweest was. Het park heet Arches National Park, omdat er heel veel
“arches” of bogen, uit het steen gekerfd zijn in het park. Het is ook niet zo
maar een parkje, want het is 310 vierkante kilometer, en dat is nog klein
vergeleken met andere parken in America. Mesa Verde was kleiner, met 210
vierkante kilometer, en Canyonlands, waar we morgen naartoe gaan, is groot, met
1365 vierkante kilometer. Het grootste nationale park in America is het
Wrangell-St. Elias National Park in Alaska, met ongeveer 38.850 vierkante
kilometer (Nederland is ongeveer 41.526 vierkante kilometer). We verlieten het
bezoekerscentrum, en reden door het park. Bij de eerste stop stapte we uit om
naar het uitzicht te kijken, en meteen kwamen we al Nederlanders tegen! We
namen wat foto’s van hen, en zij namen foto’s van ons.
|
De eerste stop, "park avenue" |
|
Wie zijn die twee kleine mensjes daar? |
We reden toen lang
meerdere bekende steen formaties, zoals de drie kletskousen, het stadhuis, en
een grote rots formatie die op een schaap lijkt.
|
Het stadhuis |
|
De drie kletskousen |
|
De schaap steen |
Toen reden we langs de
“Chinese muur” naar Balanced rock, een grote rots die op een punt gebalanceerd
staat. Vlakbij Balanced rock aten we lunch.
|
Balanced Rock |
We zagen daar een kleine vogel die
een stuk ham in zijn bek had, maar omdat het zo groot was, kon hij het niet in
een keer op eten dus slingerde hij het stuk ham over zijn hoofd om er een stuk
af te scheuren, maar dat lukte hem niet. Na de lunch reden we naar twee bogen
die het noord raam en het zuid raam heten, omdat ze vlakbij elkaar zijn. We
liepen in langs die bogen, en gingen ook naar de Turret Arch, en reden toen
verder.
|
De noord en zuid ramen (alleen de linkse was toegankelijk) |
|
Mooie steen formatie vlakbij Turret Arch |
|
Het uitzicht van onder Turret Arch (het was die dag boven de 40 Celsius) |
We gingen toen naar de Duivel’s Tuin, want daar was een hele speciale
boog die we gingen bekijken.
|
Skyline Arch op weg naar de Duivel's Tuin |
Die boog het de Landschap Boog, en het is een van
de oudste en langste stenen bogen in de wereld. Hij is heel dun, minder dan 2
meter op het dunste punt, en wel 93 meter lang. Hij staat op het punt van
instorten, en in 1991 viel er een groot brokstuk af. Geologische experts weten
niet wanneer hij gaat instorten, maar het zou elk moment kunnen gebeuren. Het
was heel mooi om te zien, en het was zeker de moeite waard om 5 kilometer te
lopen (totaal heen en terug).
|
De Landschap Boog. Hij staat op instorten |
Ik wou ook nog Delicate Arch zien, de meest
bekende formatie in het park, en de meest gefotografeerde rots boog in de
wereld, maar het was een redelijk eind lopen, dus gingen we hem niet van
dichtbij bekijken. We konden hem wel van de verte zien, wat ook mooi was.
|
Delicate Arch (de zelfde boog als op het Utah bord stond) |
Toen
we klaar waren met het park bezichtigen, reden we weer het park uit, en langs
het bezoekerscentrum om onze badges te halen voor het park. We gingen ook nog
even langs het souvenir winkeltje om een T-shirt te kopen van het park. We
reden van daar naar de KOA camping waar we in een huisje zouden slapen.
|
De KOA camping, met fantastisch uitzicht |
Het was
een heel mooi ingericht huisje met een woonkamer die ook de slaapkamer voor de
ouders was, en een apart kamertje voor Emilio en Ik met een stapelbed. Ons
kamertje was net groot genoeg voor het stapelbed, en als twee mensen naast
elkaar stonden, zou dat ook nog gepast hebben, maar buiten dat was er geen
ruimte. We gingen toen naar een restaurant om te eten, waar ik een teriyaki sandwich
had besteld met kip, ananas, en teriyaki saus. Mama en Adri bestelden ook een
kan bier, maar omdat er maar 3.2% alcohol in zat was dat niet zo erg. Als het
meer was geweest, was ik naar de camping gaan lopen! Toen we weer bij de
camping waren, gingen we nog even lezen, en toen naar bed. Het was tot die dag
de slechtste nacht van slaap. Omdat het kamertje zo klein was, werd het gauw
heel warm, en zelfs ramen open doen hielp niet. Om het erger te maken, waren de
matrassen best hard, en was er ook nog een storm, en gierde de wind om het
huisje heen. Uit eindelijk had Adri de airconditioning in het huisje aangezet, wat
wel lawaai maakte, maar toen werd het weer koel genoeg om te slapen.
11/7/2013 Rijden
van Moab, Utah, naar Torrey, Utah
Omdat we niet goed hadden kunnen slapen, werden
we ook weer vroeg wakker vandaag. Het waaide buiten nog steeds hard. We reden
langs Arches National Park, en naar Canyonlands National Park. De rit in de
auto naar het park toe was best lang, maar ook heel mooi. Er waren veel
verschillende rotslagen te zien. We kwamen aan bij de poort om te betalen, maar
omdat het zo vroeg was, stond er nog niemand dus konden we gewoon naar binnen
rijden zonder te betalen. We hoefden in ieder geval niets te betalen, want we
hadden een pass die geldig is voor intree bij alle nationale parken. We stopten
bij het bezoekerscentrum om ranger boekjes te halen, en om een CD te kopen voor
een park rondleiding. We stopten bij het eerste uitkijkpunt uit om mooie
richels en kloven te zien.
|
Het Eerste Uitkijkpunt. De weg die daar loopt is alleen voor terreinwagens |
|
De zelfde kloof vanaf een ander punt |
We waren al
heel hoog boven de grond onder ons, en er waren ook geen hekken, dus moest je
heel voorzichtig zijn, als je zou vallen, zou je het niet overleven. We zagen
veel chinezen, maar er was ook een groep Britten die van ons een foto maakten,
en toen namen wij voor hen ook een foto.
|
Emilio en Ik op een mesa, met achter ons de lange weg (niet zichtbaar) |
We liepen toen weer terug naar de
auto, en reden naar het verre eind van het park omdat er daar een ranger zou
zijn die de geologie van de steenlagen uit zou leggen. Het was heel
interessant, en we leerde dat vele miljoenen jaren geleden, een gigantisch stuk
land bekend als het Colorado Plateau boven de rest van de omgeving begon te stijgen,
en dat daarom veel formaties van steen boven de grond uitsteken. Er was ook
ooit een binnenlandse zee in Amerika, en daarom zijn de steenlagen die nu
honderden mijlen van de zee af liggen, sedimentair in plaats van vulkanisch.
Het was ook leuk om over de verschillende steen lagen te leren. Van boven naar
beneden in Canyonlands was het: Navajo Sandstone, Kayenta, Wingate, Chinle, en
dan Moenkopi.
|
Omdat de witte steenlaag veel harder is, beschermt het de zachtere lagen eronder |
|
Close-up van de linker kant van de foto hier boven. Als je goed kijkt, kan je de Colorado rivier zien |
|
Fantastisch uitzicht |
Nadat de ranger klaar was, reden we naar Mesa Arch, een van de
enige steenbogen in dat deel van Canyonlands. Er stonden daar overal bordjes om
niet van het pad te lopen, omdat er cyanobacteriën in het zand zijn die het
zand compacter maken zodat er onder andere ook planten daar kunnen groeien,
maar als je daar op loopt, dan duw je het zand helemaal uit elkaar, en duurt
het jaren voordat het weer hersteld is.
|
Deze grijs-bruine hoopjes zand zitten vol met cyanobacteriën |
Op de weg naar Mesa Arch zagen we twee
raven die op een dode boom zaten.
|
Raven zoals deze twee kan je vaak horen voor dat je ze ziet |
Toen we bij de boog kwamen, zagen we twee
mensen er op lopen, ook al mocht dat niet. De boog zelf was heel mooi, want hij
stond op het uiteinde van een kloof, dus als je er onder door zou lopen, zou je
ook heel wat vallen. Het uitzicht door de boog heen was heel mooi. Mooier, vind
ik, dan de Grand Canyon. Het waaide ook best hard bij Mesa Arch, en we zagen
zelfs een grote wervelwind met zand er in.
|
Mesa Arch, met mooi uitzicht door het gat |
We reden toen van Mesa Arch naar
Upheaval Dome, waar we niet echt gingen kijken, omdat het heet was, en omdat
Mama en Adri niet meer wilden lopen. Upheaval Dome is een grote krater in de
grond met een in het midden een opzwelling. Voor een lange tijd dachten ze dat
het door het zout kwam, dat die krater zo was, maar uiteindelijk hebben ze
genoeg bewijs gevonden om te verklaren dat het door een meteoor veroorzaakt
was. Vlakbij Upheaval Dome was een picknick plaats waar we brood met kaas
hadden gegeten. Terwijl we aan het eten waren, zagen we een kolibrie rond
vliegen, wat heel raar was, want we zaten bijna in het midden van de woestijn.
We dachten eerst dat die kolibrie vast wel verdwaald was, maar later toen we
bij het bezoekerscentrum terug kwamen, en het aan een ranger vertelde, zei hij
dat het normaal was om kolibries te zien, omdat ze rond die tijd van het jaar
nog in Noord Amerika zijn, maar langzaam naar Mexico trekken. Op de rit naar
het bezoekerscentrum zagen we een coyote die de weg overstak. Bij het bezoekerscentrum leverde wij onze
boekjes in, en kregen we badges van Canyonlands. We reden toen het park weer
uit, en reden naar de plaats waar we die avond zouden overnachten, Torrey.
Onderweg, reden we over de Groene rivier, die samen voegt met de Colorado
rivier in het deel van Canyonlands dat we net hadden verlaten.
|
De Groene rivier |
We reden toen
door de San Rafael woestijn. In die woestijn bevind zich het Goblin Valley
State Park, een park met rotsformaties die lijken op Goblins. We waren van plan
om dat park ook te bezoeken, maar daar hadden we geen tijd voor. We zagen als
nog de Goblins langs de weg. Even daarna, werd de lucht zwart met donkere
regenwolken. Het begon al een beetje te regenen, maar zo erg was het niet. Toen
we door de woestijn waren, kwamen we bij een boel grijs en geel steen en zand
wat er heel vreemd uit zag.
|
Rood, geel, en grijs zand. Weet je zeker dat we nog steeds op de aarde zijn? |
Na een half uur rijden door dat gebeid, was er meer
rood steen met lagen. We kwamen toen bij Capitol Reef National Park. Omdat we
daar laat waren, gingen we even snel range boekjes halen, en toen even door het
park rijden. De bergen en rotsen waren heel mooi om te zien, maar buiten dat
deden we niet veel. We reden van daar verder naar Torrey, wat niet meer zo ver
weg was.
|
Rotswand in Capitol Reef. Ik vind dat het op chocolade cake lijkt. |
Op weg daar naartoe, zagen een steen die Chimney Rock hete, en een die
Twin Rocks hete. We kwamen aan in Torrey, en gingen naar de camping waar we in
een huisje zouden blijven. Ik vond het van de hele vakantie de beste plaats om
te slapen. Adri en Mama sliepen beneden, en wij hadden een klein zoldertje waar
wij sliepen, en als je van daar over een reling keek, kon je de woonkamer zien.
Er waren ook 2 ramen, een aan elke kant van het zoldertje, zodat de koele berg
lucht goed door kon tochten. Het enige wat niet zo fijn was van die zolder, was
dat het plafond maar ongeveer 1.2 meter hoog was, dus moest je kruipen om door
de kamer te komen. Ik stootte een paar keer bijna mijn hoofd, en een keer stootte
ik mijn rug tegen het plafond, wat heel zeer deed. Na dat we hadden afgespoeld,
reden we naar het drukste restaurant wat we in Torrey konden vinden, want niet
veel voorstelde, want het was echt een klein berg stadje. I bestelde daar
gerookte kip, wat heel lekker was, want er zaten ook nog stukken grapefruit,
citroen, en sinaasappel op. Terwijl we aan het wachten waren op de serveerster,
keken Emilio en ik even rond de souvenir winkel in het restaurant. Ze hadden
hele mooie zandsteen bogen, sommigen die zo groot waren als een computer muis,
en anderen groter. Ik kocht een set van 2 bogen, omdat ze heel mooi en groot
waren, en ook omdat het ook boekensteunen waren. We reden na het eten weer
terug naar het huisje, waar we nog tijd hadden om te lezen. We hadden de 2
ramen open gedaan, zodat er een lekker koel briesje naar binnen kwam. Het was
heel lekker om daar te slapen, en was bijna net zo koel als in Chama